Belangrijke functies van een flitser voor Canon zijn onder andere de lichtsterkte, de mogelijkheid om te syncroniseren met je camera, en variabele instellingen voor het aanpassen van de flitskracht. Daarnaast hebben veel modellen een zoomfunctie voor de flitskop, wat helpt om de flitslichtstraal aan te passen aan het onderwerp en de omgeving.
Om de flitsinstellingen op je Canon camera aan te passen, ga je naar het menu van je camera. Zoek naar het onderdeel 'Flitsinstellingen' en selecteer dit. Hier kun je verschillende instellingen zoals de flitssterkte, de flitssynchronisatie en zelfs het gebruik van meerdere flitsers instellen afhankelijk van je behoeften.
Een externe flitser biedt je meer controle over je belichting dan een ingebouwde flitser. De externe flitser kan draaien en kantelen, waardoor je het licht beter kunt richten en reflecteren. Dit resulteert in natuurlijkere belichting en minder harde schaduwen, wat vooral gunstig is voor portret- en landschapsfotografie.
Voor portretfotografie is het belangrijk om de flitser op een manier te gebruiken die een zacht licht biedt. Dit kun je doen door de flitser naar het plafond of een wand te richten, zodat het licht weerkaatst. Daarnaast kun je een diffuser gebruiken om het licht verder te verzachten en een flatterend effect te creëren voor je onderwerp.
Het belangrijkste verschil tussen een ingebouwde flitser en een externe flitser is de lichtkwaliteit en de controle over de belichting. Een ingebouwde flitser is vaak beperkt in zijn mogelijkheden en kan bovendien hard en ongewenst licht geven. Een externe flitser daarentegen biedt meer aanpassingen en kan het licht beter richten, wat de kwaliteit van je foto's aanzienlijk kan verbeteren.