Een versterker neemt een zwak elektrisch signaal, zoals dat van een audio-apparaat, en versterkt het tot een niveau dat luidsprekers het kunnen afspelen. Het werkt door het vergroten van de amplitude van het signaal, wat zorgt voor een helder en krachtig geluid. Dit gebeurt doorgaans met behulp van transistors of buizen, afhankelijk van het type versterker.
Impedantie geeft de weerstand aan die een luidspreker biedt aan de stroom die de versterker levert. Dit is belangrijk omdat elke versterker een bepaalde impedantie heeft waarvoor hij is ontworpen. Als je bijvoorbeeld een luidspreker met een impedantie van 4 ohm gebruikt op een versterker die is ontworpen voor 8 ohm, kan dat de versterker overbelasten en schade veroorzaken.
Het is aan te raden om de versterker nooit op het maximale niveau te draaien voor lange periodes. Over het algemeen kun je het volume goed instellen zolang je geen vervorming hoort uit de luidsprekers. Een goede manier om te weten wanneer je te ver gaat, is om naar de indicatorlampjes op de versterker te kijken; als ze knipperen of rood worden, is het tijd om het volume te verlagen.
Er zijn verschillende types versterkers om te overwegen, zoals de klasse A, klasse B, klasse AB en klasse D versterkers. Klasse A versterkers staan bekend om hun geluidskwaliteit maar zijn minder efficiënt. Klasse D versterkers zijn daarentegen veel efficiënter en veroorzaken minder warmte, waardoor ze geschikt zijn voor grotere systemen of wanneer ruimte een probleem is.
Je kunt de functionaliteit van je versterker testen door deze aan te sluiten op een bron en het geluid op een laag volume te verhogen. Luister naar het geluid; als het helder en vrij van vervorming is, werkt de versterker goed. Daarnaast kun je de knoppen en poorten testen om te controleren of ze goed functioneren.