In de 18de eeuw domineerde de Rococo kunst, een stijl die bekend staat om zijn speelse en flamboyante elementen. De kunst in deze periode was vaak weelderig, met delicate lijnen en asymmetrische vormen. Daarnaast was de neoclassicistische stijl ook populair, waarbij kunstenaars teruggrepen naar de klassieke oudheid voor inspiratie.
De verlichting had een enorme invloed op de kunst in de 18de eeuw. Kunstenaars begonnen meer nadruk te leggen op rede, individualiteit en de menselijke ervaring. Dit resulteerde in een grotere focus op thematische diepgang en emotie in de kunstwerken, wat een verschuiving betekende van religieuze naar meer seculiere onderwerpen.
Populaire materialen voor antiek uit de 18de eeuw omvatten hout, marmer en porselein. Hout, vaak van hoge kwaliteit zoals eiken of mahonie, werd gebruikt voor meubels en kleinere decoratieve objecten. Marmer werd vaak gebruikt in sculpturen en als materiaal voor elegante tafelbladen. Porselein, vooral van hoge kwaliteit, werd vervaardigd voor vazen en serviesgoed.
Er zijn verschillende prominente kunstenaars uit de 18de eeuw, waaronder Jean-Antoine Watteau, die beroemd is om zijn verdiepende en dromerige scènes. Ook Fragonard is een naam die opkomt, vooral bekend om zijn sensuele en levendige schilderijen. In de beeldhouwkunst is Antonio Canova een bekende figuur met zijn elegante marmeren sculpturen.
Kenmerken van 18de eeuwse meubels zijn onder andere een elegante en verfijnde uitstraling met veel aandacht voor detail. Vaak zijn ze versierd met complexe houtbewerking en verleidelijk gepolijste oppervlakken. Typische stijlen zijn de Louis XV en Louis XVI, die beide hun eigen unieke ontwerpen en kenmerken hebben, zoals gebogen lijnen en rechte, strakke vormen.