In de 17de eeuw, ook wel de Gouden Eeuw genoemd, was er een enorme bloei in de kunsten, vooral in Nederland. Kunstenaars zoals Rembrandt en Vermeer ontwikkelden unieke stijlen en technieken. De kunst speelde een cruciale rol in de Nederlandse samenleving, omdat het niet alleen diende als vermaak, maar ook als middel tot zelfexpressie en als een manier om status en rijkdom te tonen. Het was een tijd waarin kunst een centrale plek innam in het dagelijkse leven van mensen.
In de 17de eeuw werden er verschillende soorten kunstwerken geproduceerd, waaronder portretten, stillevens, en landschappen. Portretten waren populair onder de gegoede burgerij, terwijl stillevens vaak de welvaart van de eigenaar weerspiegelden, met rijkelijk gevulde tafels en bloemen. Landschappen brachten de schoonheid van het Nederlandse platteland in beeld. De combinatie van verschillende genres zorgde ervoor dat de kunst divers en toegankelijk was voor een breed publiek.
De Palet van de 17de eeuw, met zijn levendige kleuren en gebruik van licht, heeft een significante invloed gehad op de hedendaagse kunst. De technieken die in deze periode werden ontwikkeld, zoals het gebruik van olieverf en schaduw, worden nog steeds gebruikt door moderne kunstenaars. Bovendien hebben de thema's van de menselijkheid en de natuur in deze periode inspiratie geboden voor vele stromingen in de hedendaagse kunst, zoals het impressionisme en realisme.
In de 17de eeuw gebruikten kunstenaars voornamelijk olieverf, dat ze zelf maakten van pigmenten en oliën. Dit stelde hen in staat om rijke kleuren en ingewikkelde details te creëren in hun werk. Daarnaast werden materialen zoals canvas en houten panelen veel gebruikt als ondergrond voor schilderijen. De kwaliteit van het materiaal had invloed op de duurzaamheid en de uitstraling van het kunstwerk. Het ambachtelijke proces van het maken van verf was ook een kunst op zich.
De 17de eeuwse architectuur kenmerkt zich door de Barokstijl, die extravagant en gedetailleerd was. Gebouwen uit deze periode bevatten vaak symmetrische vormen, grote zuilen, en rijke decoraties. De architectuur werd ontworpen om indruk te maken en de rijkdom van de steden en hun inwoners te tonen. Kleurrijke gevels en prachtige interieurs, vaak met bas-reliëfs en ornamenten, zijn typerend voor deze tijd. Ook werden er veel grachtenpanden gebouwd, wat de stedelijke ontwikkeling van die periode weerspiegelt.