Het belangrijkste verschil tussen een schijveneg en andere grondbewerkingsmachines, zoals een cultivator of een ploeg, ligt in de manier waarop ze de grond bewerken. Een schijveneg snijdt door de grond en breekt het op, terwijl andere machines vaak meer gericht zijn op het omploegen of oppervlakkig bewerken van de grond. Deze unieke werking maakt de schijveneg zeer effectief voor een fijne grondstructuur en helpt bij het verbeteren van de bodemstructuur.
Over het algemeen zijn schijveneggen het meest effectief op zanderige en leemachtige grondsoorten. Deze grondsoorten kunnen goed worden gebroken en het resultaat is vaak een mooie, fijne structuur na bewerking. Zware kleigronden kunnen ook bewerkt worden, maar het kan extra inspanning vergen, vooral als de grond te vochtig is.
Het aantal keren dat je een schijveneg moet gebruiken in een seizoen hangt af van de specifieke teelt en de grondomstandigheden. Vaak worden schijveneggen ingezet voor de eerste grondbewerking in het voorjaar, maar ze kunnen ook nuttig zijn na het oogsten van gewassen, om gewasresten te verwerken en de bodemvoorbereiding voor het volgende seizoen te optimaliseren.
Bij het kiezen van een schijveneg is het belangrijk om te letten op zaken zoals de diameter van de schijven, het gewicht van de machine en de bouwkwaliteit. Ook de werkbreedte en de mogelijkheid om verschillende dieptes in te stellen zijn factoren die je niet over het hoofd moet zien. Een machine die flexibel inzetbaar is zal meerwaarde bieden voor diverse werkzaamheden.
Ja, je kunt een schijveneg gebruiken voor het verwerken van gewasresten. Dit kan helpen om het organisch materiaal in de bodem te integreren en bevordert de afbraak ervan. Het zorgt voor een betere bodemstructuur en voedt de micro-organismen in de grond, wat uiteindelijk ten goede komt aan de gewassen die je daarna plant.