Nieuwe aardappelen, vaak ook wel primeuraardappelen genoemd, zijn jong geoogst en hebben een dunne schil. Ze zijn meestal kleiner van formaat, hebben een zachte textuur en een frisse, zoete smaak. Omdat ze minder zetmeel bevatten dan oudere aardappelen, blijven ze tijdens het koken uiteenvallen. Hierdoor zijn ze zeer geschikt voor koken en stomen.
Met nieuwe aardappelen kun je tal van heerlijke gerechten maken. Denk aan een frisse aardappelsalade met kruiden, leuke spiesjes met groenten en kip of zelfs gebakken aardappeltjes met wat zeezout. Ze zijn ook smakelijk in een stoofpotje of gewoon gekookt met wat boter en peterselie. Een echt comfort food!
Nieuwe aardappelen bewaar je het liefst op een koele, donkere en droge plek. Zorg ervoor dat je ze niet in de koelkast legt, want dat kan de smaak en textuur beïnvloeden. Het is belangrijk dat ze goed lucht krijgen, dus bewaar ze niet in een dichte zak. Een mand of een papieren zak werkt goed.
Het belangrijkste verschil is de oogsttijd en de uitdroging. Nieuwe aardappelen worden vroeg in het seizoen geoogst en bevatten meer vocht en suiker, wat zorgt voor een zoetere smaak. Oude aardappelen daarentegen zijn langer bewaard, hebben minder vocht en meer zetmeel, waardoor ze minder zoet en meer kruimelig zijn.
Nieuwe aardappelen zijn vaak meer smaakvol omdat ze snel na de oogst worden verkocht. Ze behouden daardoor hun frisse, vlezige smaak en zijn vol van de natuurlijke suikers. Door het hoge vochtgehalte zijn ze fijn in de mond en geven ze een aangename textuur bij het eten.