Toekans komen voornamelijk voor in de tropische regenwouden van Midden- en Zuid-Amerika. Ze geven de voorkeur aan dichte bossen met veel bomen, waar ze kunnen broeden en zich voeden met vruchten en bessen die in de bomen groeien. Soms zie je ze ook in open bossen of savannes, maar hun ideale habitat is altijd in de nabijheid van bomen.
Toekans spelen een cruciale rol in hun ecosysteem. Ze helpen bij de verspreiding van zaden van veel verschillende plantensoorten door de vruchten te eten en de zaden weer uit te poepen. Dit bevordert de groei van nieuwe bomen en struiken, wat essentieel is voor het behoud van de biodiversiteit in hun leefgebied.
Er zijn ongeveer 40 verschillende soorten toekans, die variëren in grootte en kleur. De bekendste soorten zijn de gewone toekan, de gele toekan en de chestnut-mandibled toekan. Elke soort heeft zijn unieke kenmerken, zoals kleurpatronen en snavelgrootte, die hen helpen zich aan te passen aan hun specifieke omgeving.
Toekans zijn voornamelijk frugivoren, wat betekent dat hun dieet voornamelijk uit fruit bestaat. Ze eten ook bessen, noten en insekten. Hun sterke snavels stellen hen in staat om zelfs de grootste en moeilijkste vruchten te openen. Door hun grote snavel kunnen ze ook de voeding zeer efficiënt verzamelen zonder veel energie te verbruiken.
Toekans zijn gemakkelijk te herkennen aan hun grote, kleurrijke snavels en felgekleurde veren. Vaak zie je ze in bomen zitten, waar ze op takken zitten of rondvliegen. Hun opvallende kleuren maken ze een waar genot om te zien. Als je goed oplet, kun je hun karakteristieke roeping horen, die vaak wordt omschreven als een soort gekwinkeleer.