Limonade vindt zijn oorsprong in Frankrijk, waar het begin zeventiende eeuw populair werd. Het was oorspronkelijk een verfrissend drankje gemaakt van citroensap, water en suiker. In de loop der jaren zijn er verschillende varianten ontstaan, met diverse smaken en ingrediënten, afhankelijk van regionale voorkeuren en beschikbaarheid.
Om zelf limonade te maken met siroop, begin je met een basis van water en siroop. Meng 1 deel siroop met 3 tot 5 delen water, afhankelijk van hoe zoet je het wilt. Roer goed door en proef. Je kunt het ook aanvullen met bruiswater voor een frisse sprankeling. Voeg eventueel een schijfje citroen of munt toe voor extra smaak.
Er zijn talloze variaties van limonade die je kunt maken. Denk aan frambozenlimonade, met verse frambozen, of aardbeienlimonade voor een zoete twist. Ook kun je andere fruitsoorten gebruiken, zoals limoen of perzik, of zelfs kruiden zoals munt of basilicum toevoegen voor een unieke smaakervaring.
Mensen kiezen vaak voor limonade omdat het verfrissend is en vaak minder koolzuur bevat dan frisdranken. Limonade kan ook op smaak gebracht worden met natuurlijke ingrediënten en vers fruit, waardoor het een gezonder alternatief is. Het is makkelijk zelf te maken, waardoor je altijd controle hebt over de ingrediënten.
Zelfgemaakte limonade kun je het beste in de koelkast bewaren en idealiter binnen een paar dagen consumeren. De smaken zijn op hun best in de eerste 3 dagen, maar na ongeveer een week kan de smaak afnemen, vooral als je vers fruit hebt toegevoegd.