Aan het Oostfront vonden vele belangrijke gebeurtenissen plaats, zoals de Slag om Stalingrad, die wordt beschouwd als een keerpunt in de oorlog. Ook de Slag om Leningrad en de operatie Barbarossa, de Duitse invasie van de Sovjet-Unie, zijn cruciale momenten. Deze gebeurtenissen hadden een enorme impact op de loop van de oorlog en resulteerden in miljoenen doden en verwoeste steden.
De strijd aan het Oostfront had verstrekkende gevolgen. Door de enorme verliezen aan beide zijden en de uiteindelijke nederlaag van het Duitse leger, werd de macht van de Sovjetunie aanzienlijk vergroot. Dit leidde tot de opkomst van het communisme in Oost-Europa en droeg bij aan de Koude Oorlog, wat de geopolitieke situatie in Europa voor tientallen jaren vormgaf.
Het Duitse leger gebruikte verschillende tactieken, waaronder Blitzkrieg, wat een snelle en overweldigende aanvalstechniek inhield. Dit gecombineerde gebruik van luchtmacht, mechaniseerde eenheden en infanterie zorgde voor snelle overwinningen in het begin van de oorlog. Echter, met de inzet van Sovjetpartisanen en de winterse omstandigheden, werden deze tactieken vaak belemmerd.
De gevolgen voor de burgerbevolking waren desastreus. Miljoenen mensen werden gedwongen om te vluchten, terwijl steden en dorpen werden verwoest. Honger, geweld en onderdrukking waren aan de orde van de dag. De Sovjets en de Duitsers hebben beiden grote verliezen in de burgerbevolking veroorzaakt door massale executies en vernietiging van infrastructuur.
Vandaag de dag zijn de herinneringen aan het Oostfront terug te vinden in films, boeken en documentaires. Diverse culturele uitingen, zoals kunst en muziek, verkennen de thema's van oorlog, verlies en opoffering. Ook worden er regelmatig tentoonstellingen georganiseerd die de verschrikkingen van deze periode herdenken en het belang ervan in de hedendaagse geschiedenis benadrukken.