Na de paartijd verliezen herten hun gewei, meestal in februari of maart. Dit is een natuurlijk proces waarbij ze het oude gewei afwerpen, wat ook betekent dat ze klaar zijn voor de volgende fase van hun leven. Het nieuwe gewei groeit weer snel terug, vaak begin van de lente, en zal tijdens de zomer verder ontwikkelen.
Het duurt doorgaans een paar maanden voordat een hert een nieuw gewei heeft na het afwerpen. Zodra de herten hun oude geweien afwerpen, beginnen ze met de groei van een nieuw gewei. Dit proces kan variëren, maar over het algemeen is het nieuwe gewei rond de zomer volledig ontwikkeld, vaak in juli of augustus.
Het gewei van een hert is een secundair geslachtskenmerk, wat betekent dat het voornamelijk ontwikkeld is voor mannelijke herten om hun status en gezondheid te tonen. Het helpt hen ook om te concurreren met andere mannelijke herten tijdens de voortplantingsperiode. Vrouwelijke herten hebben geen gewei omdat zij zich voornamelijk richten op het grootbrengen van jongen.
Ja, het gewei van een hert kan elk jaar in grootte toenemen, vooral als het hert ouder en gezonder wordt. Voeding, genetica en de algehele conditie van het hert spelen allemaal een cruciale rol in de groei van het gewei. Vaak hebben volwassen herten grotere en complexere geweien dan jongere herten.
Het gewei van een hert kan zeker gevoelig zijn voor blessures en schade, vooral gedurende de periode dat het nog in ontwikkeling is en bedekt met een fluwelige huid, die 'velvet' wordt genoemd. Deze zachte huid is rijk aan bloedvaten en kan gemakkelijk beschadigd raken. Zodra het gewei volledig is uitgehard, wordt het minder kwetsbaar voor schade.