Bij het leggen van grasmatten zijn er een paar belangrijke stappen die je moet volgen: begin met het voorbereiden van de ondergrond door deze goed te egaliseren en onkruid te verwijderen. Zorg ervoor dat de ondergrond vochtig is, maar niet te nat. Vervolgens leg je de grasmatten zodat de naden elkaar niet raken, en druk ze goed aan. Tot slot geef je ze goed water zodat ze sneller aansluiten op de ondergrond.
Na het leggen van je grasmat is het belangrijk om regelmatig water te geven, vooral in de eerste paar weken. Probeer de bovenste laag van de grasmat constant vochtig te houden, maar zorg ervoor dat je geen plassen laat staan. Het is ook verstandig om het gras een paar weken met rust te laten voordat je het voor het eerst maait, zodat het goed kan groeien en hechten.
Ja, je kunt ook grasmatten leggen in de schaduw, maar het soort gras dat je kiest is hierbij belangrijk. Kies voor schaduw-tolerante soorten die beter presteren in minder zonlicht. Houd er rekening mee dat schaduwrijke gebieden meer water kunnen vasthouden, dus pas je onderhoud aan naar deze omstandigheden.
Een goede manier om te zien of je grasmat goed is aangeslagen, is door voorzichtig aan een hoek van de grasmat te trekken. Als de mat zich niet meer loslaat en je voelt dat de wortels stevig zijn gehecht, dan is het goed gegaan. Een andere indicatie is dat de grasmat zijn kleur behoudt en gezond uitziet.
Het gebruik van grasmatten heeft verschillende voordelen ten opzichte van graszaad. Grasmatten geven je direct resultaat; je kunt meteen genieten van een groen gazon. Ze zijn ook beter in staat om onkruid te bestrijden, omdat de wortels al ontwikkeld zijn en sneller groeien. Daarnaast blijft de grond gezonder, omdat je in plaats van een zaaiplaat een equivalente hoeveelheid huiskruiden en -planten behoudt.