Zweefvliegen gebeurt met een vliegtuig zonder motor, waarbij je gebruik maakt van thermiek en luchtstromen om in de lucht te blijven. Paragliding daarentegen wordt gedaan met een lichtgewicht scherm dat je zelf omhoog brengt met behulp van een kleine snelheid en inflatie. Het belangrijkste verschil is de uitrusting en de manier van opstijgen; zweefvliegen is vaak meer technisch en vereist een pilootlicentie, terwijl paragliding toegankelijker is voor beginners.
Om te beginnen met zweefvliegen, moet je een goede vliegschool vinden die een introductiecursus aanbiedt. Deze cursussen geven je de basisprincipes en vaak ook een aantal praktijklessen. Je leert hoe je het vliegtuig moet besturen en hoe je veilig kunt landen. Het is aan te raden om te beginnen met een ervaren instructeur, zodat je de juiste technieken en veiligheidsprocedures onder de knie krijgt.
Voor paragliding heb je een paraglider nodig, een harnas, een reserveparachute en een helm. Daarnaast zijn goede kleding en stevige schoenen ook belangrijk, omdat je vaak op verschillende terreinen loopt. Vergeet ook niet om voor de juiste trainingen en opleidingen te zorgen, zodat je goed voorbereid de lucht in kunt gaan.
De meeste vliegscholen stellen een minimumleeftijd van ongeveer 14 jaar voor paragliding. Voor zweefvliegen verschilt het, maar vaak is 16 jaar de ondergrens. Het belangrijkste is dat je in staat bent om de instructies te begrijpen en om veilig te kunnen functioneren tijdens de vlucht.
Voordat je gaat paragliden of zweefvliegen, is het cruciaal om de weersomstandigheden te controleren. Zorg ervoor dat je met een ervaren instructeur gaat en dat je alle veiligheidsuitrusting correct draagt. Het is ook belangrijk om voorafgaand aan je vlucht een briefing te krijgen over de vluchttechnieken en mogelijke noodprocedures, zodat je goed weet wat je moet doen in geval van onvoorziene omstandigheden.