De basisregels van padel zijn vrij eenvoudig. Je speelt in teams van twee, en je moet de bal met je racket over het net slaan, zodat deze de grond van de tegenstander raakt. Net als bij tennis moet je binnen de lijnen blijven, en je mag de bal één keer laten stuiteren voordat je hem terug speelt. Daarnaast zijn er ook de muren in het spel, waardoor je creatief moet zijn met je slagen.
Ja, je kunt zeker thuis aan je padel skills werken. Er zijn diverse oefeningen die je solo of met een vriend kunt doen. Denk aan racket oefeningen om je grip en techniek te verbeteren, of je kunt een muur gebruiken om tegenaan te slaan. Je kunt ook je conditie verbeteren met hardlopen of speciale trainingen voor kracht en snelheid, die je allemaal kunnen helpen op de baan.
Het belangrijkste verschil tussen padel en tennis is het speelveld en de gebruikte wanden. Padel wordt gespeeld op een kleiner veld dat omringd is door glazen wanden, waardoor je de bal ook tegen de muren kunt slaan. Terwijl tennis op een groter veld zonder wanden gespeeld wordt. Daarnaast is de techniek en de types slagen die gebruikt worden vaak anders door de dynamiek van de sport.
Padel wordt standaard gespeeld met vier spelers, dus in teams van twee. Hoewel je theoretisch ook met twee spelers kunt trainen of spelen, is het sociale aspect en de echte spelervaring het beste met vier. Dit maakt padel tot een leuke activiteit om samen met vrienden of familie te doen.
Padel is erg populair geworden onder jongvolwassenen vanwege de toegankelijkheid en het sociale karakter van de sport. De regels zijn eenvoudig te begrijpen, en het is een geweldige manier om fit te blijven terwijl je je vermaakt met vrienden. Daarnaast duurt een potje padel niet zo lang, waardoor het ideaal is voor drukke levensstijlen.