De meest voorkomende materialen voor gitaarsnaren zijn staal, nylon en een combinatie van de twee. Stalen snaren worden vaak gebruikt voor elektrische en akoestische gitaren, terwijl nylon snaren populair zijn bij de klassieke gitaristen. Stalen snaren bieden een heldere en krachtige klank, terwijl nylon snaren zachter en warmer klinken, perfect voor wat meer akoestische muziek.
Hoe vaak je gitaarsnaren moet vervangen hangt af van hoe vaak je speelt. Als je regelmatig oefent of optreedt, is het aan te raden om je snaren minstens elke paar weken te vervangen. Voor minder frequent gebruik kun je ze eens in de paar maanden vervangen. Let op de klank en speelgevoel; als de snaren dof klinken of moeilijk spelen, is het tijd om ze te wisselen.
Coated gitaarsnaren hebben een dunne laag die helpt om de snaren te beschermen tegen vuil, zweet en corrosie. Dit kan de levensduur van de snaren verlengen en ze blijven daardoor langer fris klinken. Een bijkomend voordeel is dat ze minder snel slijtage vertonen en ideaal zijn voor spelers die veelzaam en intensief spelen.
De dikte van gitaarsnaren, vaak aangeduid met een 'light', 'medium' of 'heavy' label, hangt af van je speelstijl en het geluid dat je wilt bereiken. Dikkere snaren bieden meer volume en sustain, maar vereisen ook meer kracht om te bespelen. Lichtere snaren zijn gemakkelijker te bespelen, vooral voor beginners, maar kunnen iets minder resonantie en volume bieden.
Symptomen van versleten gitaarsnaren zijn onder andere een doffe klank, een verminderde sustain, en als ze moeilijk spelen of zelfs breken onder druk. Daarnaast kunnen snaren met roest of zichtbaar slijtage ook een teken zijn dat ze aan vervanging toe zijn. Let vooral op hoe je gitaar klinkt en aanvoelt tijdens het spelen.