Om je instrumenten met een audio mixer te verbinden, heb je de juiste kabels nodig. De meeste instrumenten worden aangesloten via een jack-kabel of een XLR-kabel. Zorg ervoor dat je de juiste ingangen op de mixer gebruikt, en check of je die kanalen ook goed hebt ingesteld. Als je meerdere instrumenten hebt, is het handig om te weten hoe je ze kunt afwisselen en de levels goed kunt regelen voor een optimaal geluid.
Analoge mixers werken met echte elektronische componenten en signalen, terwijl digitale mixers het geluid digitaal verwerken. Dit betekent dat digitale mixers vaak meer flexibiliteit bieden, zoals het opslaan van presets en effecten, terwijl analoge mixers meestal eenvoudiger zijn in gebruik en een 'warmere' klank kunnen produceren. Het hangt af van je voorkeuren en waarvoor je de mixer wilt gebruiken.
Bij het kiezen van een audio mixer voor live optredens, moet je letten op het aantal kanalen, de kwaliteit van de voorversterkers en de mogelijkheid om effecten toe te voegen. Je wilt ook dat de mixer gebruiksvriendelijk is, zodat je snel kunt schakelen tussen nummers of artiesten. Daarnaast is een robuuste bouwkwaliteit belangrijk, vooral als je de mixer vaak vervoert.
Om de geluidskwaliteit te verbeteren met een mixer, is het belangrijk om goed gebruik te maken van de gelijkvormige instellingsmogelijkheden. Experimenteer met de EQ-instellingen om de balans tussen hoge, midden en lage frequenties te vinden die voor jouw geluid het beste werkt. Daarnaast is het goed om het volume goed te balanceren tussen de verschillende kanalen, zodat alles goed samengaat zonder vervorming.
Een veelvoorkomende fout is het niet goed afstellen van de niveaus, wat kan leiden tot vervorming of te stille geluiden. Ook vergeten mensen vaak om de EQ-instellingen aan te passen voor hun specifieke geluid, waardoor het geheel niet goed klinkt. Tot slot is het belangrijk om je mixer goed te leren kennen en regelmatig te oefenen, zodat je tijdens optredens vlot kunt schakelen.