Kamerplanten zijn niet alleen mooi om naar te kijken, ze dragen ook bij aan een gezonder leefklimaat. Ze brengen kleur en leven in je interieur, en kunnen een ruimte gezelliger maken. Bovendien verbeteren ze de luchtkwaliteit door koolstofdioxide om te zetten in zuurstof. Dit kan vooral fijn zijn in ruimtes waar je veel tijd doorbrengt, want het verhoogt je algehele welzijn.
De verzorging van kamerplanten hangt af van de soort plant die je hebt. Over het algemeen kun je het beste de grond vochtig houden, maar niet te nat. Zorg voor voldoende licht en draai je planten af en toe zodat ze gelijkmatig groeien. Let ook op ziekten of plagen; een goede preventie is beter dan genezen. Het is ook handig om af en toe de bladeren af te vegen om stof te verwijderen.
Als je een donkere kamer hebt, kies dan voor planten die goed groeien bij weinig licht, zoals de ZZ plant of de Sansevieria. Deze planten zijn zeer tolerant en kunnen prima zonder veel zonlicht. Ook de Scindapsus en de Lepelplant doen het goed in schaduwrijke omgevingen. Hierdoor hoef je niet alsnog de kamer te verlichten voor je planten.
Hoe vaak je je kamerplanten water moet geven, hangt af van de plantensoort en de omgeving. Een goede vuistregel is om de bovenste paar centimeter van de aarde te controleren: als die droog aanvoelt, is het tijd om water te geven. Over het algemeen hebben de meeste planten ongeveer eens per week water nodig, maar let vooral op de specifieke behoeften van je planten.
Luchtzuiverende planten, zoals de Pothos of de Spathiphyllum, hebben het vermogen om giftige stoffen uit de lucht te filteren en bijdragen aan een schonere omgevingslucht. Ze absorberen bijvoorbeeld formaldehyde en benzeen, wat je gezondheid ten goede komt. Bovendien zorgen deze planten voor een betere balans in de luchtvochtigheid, wat ook weer prettig is voor de huid en luchtwegen.