Vossen zijn slanke, behendige dieren met een roodbruine vacht. Ze hebben een witte buik en een kenmerkende witte punt aan hun staart. Vossen hebben scherpe ogen en een goede neus, wat hen helpt bij het jagen. Hun oren zijn rechtop en scherp, waarmee ze goed kunnen horen. Ze zijn gemiddeld 60-90 cm lang en hebben een schouderhoogte van ongeveer 40-50 cm.
De vos is een zeer aanpasbaar dier, dat zich zowel in bossen als in stedelijke gebieden kan bevonden. Ze houden van gebieden waar ze zich goed kunnen verstoppen, zoals dichte ondergroei of zelfs in tuingebieden. Vossen zijn voornamelijk 's nachts actief, maar ze kunnen ook overdag worden gezien, vooral in rustige gebieden.
Vossen zijn omnivoren, wat betekent dat ze zowel vlees als plantaardig voedsel eten. Hun dieet bestaat uit kleine zoogdieren zoals muizen en konijnen, maar ook van vogels en bessen. Ze jagen voornamelijk op kleine prooidieren door zich stilletjes te verplaatsen en een verrassingsaanval uit te voeren.
Er zijn enkele fysieke verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke vossen, hoewel ze op een afstand moeilijk te zien zijn. Mannetjes zijn vaak iets groter en zwaarder dan vrouwtjes. Tijdens het paarseizoen, dat meestal in januari en februari plaatsvindt, zijn mannelijke vossen ook fysiek actiever en kunnen ze geluid maken om hun aanwezigheid aan te geven.
Je kunt een vos meestal herkennen aan zijn slanke lichaam, lange staart en het typische kleurpatroon van hun vacht. Ze hebben een listige uitstraling met scherpe ogen die altijd op zoek zijn naar beweging. Ook hun gedrag kan je helpen ze te identificeren, zoals hoe ze stilletjes op hun prooi afkomen of hun neus vaak gebruiken om hun omgeving te verkennen.