MIG-lassen is vaak sneller en makkelijker voor grotere oppervlakken, terwijl TIG-lassen meer precisie en controle biedt, vooral voor dunne materialen. Bij MIG-lassen gebruik je doorgaans een draad die automatisch wordt aangevoerd, terwijl je bij TIG-lassen met een aparte elektrode werkt en dat vereist meer handigheid en techniek. Beide methoden hebben hun voordelen, dus de keuze hangt af van je project en ervaring.
Voordat je gaat lassen, is het belangrijk om het aluminium goed te reinigen. Dit kan met een schuurmiddel of een speciale reiniger voor aluminium. Verwijder alle verontreinigingen zoals vet, roest of oxide door met een staalborstel eroverheen te gaan of door het materiaal te reinigen met een oplosmiddel. Dit helpt om een sterke lasverbinding te krijgen.
Bij het lassen van aluminium is het noodzakelijk om goede beschermingsmiddelen te dragen, zoals een lashelm die geschikt is voor het type lassen dat je doet, en handschoenen die bestand zijn tegen hitte. Daarnaast is een schort of overall van brandwerend materiaal belangrijk om je huid te beschermen tegen een mogelijke spatten van het gesmolten metaal.
Als je een slechte lasverbinding hebt, controleer dan eerst je instellingen zoals de stroomsterkte en snelheid. Zorg ervoor dat je ook aan de juiste afstand van de lasdraad tot het metaal houdt. Soms moet je de las opnieuw doen en dat kan helpen om een betere verbinding te krijgen. Het gebruik van een goede techniek en preparatie kan ook grote verbeteringen opleveren bij het lassen.
Ja, je kunt verschillende aluminiumlegeringen lassen met hetzelfde lasapparaat, mits het apparaat geschikt is voor de dikte en het type aluminium dat je gebruikt. Houd er echter rekening mee dat elk type legering specifieke lasparameters en technieken kan vereisen, dus het is een goed idee om je in te lezen over de materialen die je gaat lassen.