Winterbanden zijn ontworpen voor betere grip en controle bij koude en sneeuwachtige omstandigheden. Ze blijven flexibel bij koude temperaturen, wat zorgt voor een betere wegligging. Bovendien hebben ze speciale profielen die helpen bij het afvoeren van water en sneeuw, waardoor de kans op aquaplaning vermindert.
Het is aan te raden om je winterbanden te monteren voordat de temperatuur onder de 7 graden Celsius komt. Vaak gebeurt dit rond de herfst. Je wilt vermijden dat je in de eerste sneeuwval verwikkeld raakt in het wisselen van je banden, dus plan het tijdig in.
Ja, winterbanden vereisen wat extra aandacht. Zorg ervoor dat je ze regelmatig controleert op slijtage en druk. Het is ook goed om te weten dat ze niet langer dan 6 jaar gebruikt moeten worden, omdat de rubberen samenstelling na deze periode kan verouderen, zelfs als ze nog voldoende profieldiepte hebben.
All-season banden zijn ontworpen om het hele jaar door te gebruiken, maar ze presteren vaak ondermaats in extreme weersomstandigheden, zoals zware sneeuwval of intense hitte. Winterbanden daarentegen zijn geoptimaliseerd voor kou en sneeuw, ze bieden betere grip en veiligheid tijdens winterse omstandigheden.
Om de slijtage van je winterbanden te controleren, kun je een eenvoudige profieldieptemeter gebruiken. Een minimale profieldiepte van 4 mm is aanbevolen voor winterbanden. Daarnaast kun je letten op ongelijkmatige slijtage, wat kan wijzen op een probleem met de uitlijning of luchtdruk.