Het regelmatig controleren van de ruitensproeier is belangrijk omdat het helpt om je zicht tijdens het rijden te behouden. Een goed functionerende ruitensproeier zorgt ervoor dat je voorruit altijd schoon is, vooral bij slecht weer of wanneer er veel stof en vuil op de weg is. Een verstopte of niet-werkende sproeier kan je zicht ernstig belemmeren, wat gevaarlijk kan zijn.
Bij het bijvullen van ruitensproeiervloeistof is het handig om eerst het reservoir te vinden. Dit kan vaak een blauwe of groene dop zijn onder de motorkap. Trek de dop eraf en giet voorzichtig de vloeistof erbij, tot hij bijna vol is. Zorg ervoor dat je niet overloopt. Een tip is om altijd een extra fles ruitensproeiervloeistof in je kofferbak te hebben voor noodgevallen.
Veel voorkomende problemen zijn verstopte sproeiers of een defecte pomp. Als je merkt dat de vloeistof niet goed is verdeeld, kan het zijn dat de sproeiers verstopt zijn. Je kunt ze vaak schoonmaken met een naald. Als er geen vloeistof uitkomt, controleer dan of de pomp vlekkeloos draait. Soms moet je ook de aandrijving van de pomp inspecteren om zeker te zijn dat alles goed werkt.
Hoewel je het misschien kunt proberen, is het niet aan te raden om andere vloeistoffen te gebruiken, zoals water of gewone schoonmaakmiddelen. Deze kunnen de ruitensproeiervloeistof systemen en de rubbers beschadigen. Het gebruik van speciaal ontwikkelde ruitensproeiervloeistoffen zorgt ervoor dat je ruiten optimaal schoon blijven en voorkomt dat je de spuitmonden beschadigt.
Controleer of de sproeiers een rechte straal water of vloeistof op de voorruit spuiten. Ze moeten in een bepaalde hoek zijn ingesteld om effectief te zijn. Ook kun je de ruitensproeiervloeistofpomp testen door de sproeier in te schakelen en te luisteren of je een zoemend geluid hoort. Als het stil blijft, kan dit wijzen op een defecte pomp.