Een Digitaal Terrein Model (DTM) biedt veel voordelen bij het plannen van infrastructuur. Ten eerste helpt het bij het visualiseren van het terrein, wat essentieel is voor het ontwerpen van wegen, bruggen en andere structuren. Daarnaast kunnen planners snel hoogteverschillen en andere terreininformatie analyseren, wat de efficiëntie van het ontwerpproces vergroot. Dit zorgt voor beter geïnformeerde besluiten en minimaliseert risico's tijdens de bouw.
De gegevens voor een DTM worden verzameld door middel van verschillende technieken zoals luchtfotografie, laser scanning en GPS. Het proces begint meestal met het verzamelen van ruwe gegevens van het terrein, waarna deze gegevens worden verwerkt door software om een nauwkeurig digitaal model te creëren. Deze technieken zorgen ervoor dat zelfs de kleinste details in het terrein worden vastgelegd.
Ja, het is zeker mogelijk om een DTM te combineren met andere modellen, zoals een Digitaal Oppervlakte Model (DSM). Door beide modellen te integreren, kunnen gebruikers een uitgebreider beeld krijgen van het oppervlak en obstakels die invloed kunnen hebben op een project. Dit biedt een completer overzicht van de omgeving en helpt bij het maken van weloverwogen keuzes.
Hoe vaak een DTM moet worden bijgewerkt, hangt af van de veranderingen in het terrein en de relevantie van het project. In gebieden waar regelmatig bouw- of graafwerkzaamheden plaatsvinden, is het verstandig om het model vaker te actualiseren. Over het algemeen zijn jaarlijkse of halfjaarlijkse updates een goede richtlijn, maar dit kan variëren op basis van specifieke behoeften.
In de bouwsector wordt DTM op verschillende manieren toegepast. Het wordt gebruikt voor het ontwerp van wegen en bruggen, het plannen van drainage systemen en het analyseren van risico's met betrekking tot overstromingen of andere natuurrampen. Bovendien helpt het architecten en ingenieurs bij het visualiseren van projecten in hun omgeving, wat de communicatie met stakeholders vergemakkelijkt.