Je kunt zelf controleren of je autobanden nog goed zijn door naar de profieldiepte te kijken. In Nederland en België moet de profieldiepte minimaal 1,6 millimeter zijn. Gebruik een dieptemeter of een €1-muntstuk om dit te meten. Daarnaast is het belangrijk om te kijken naar scheuren of onregelmatigheden in de band. Als je twijfelt, is het altijd goed om advies te vragen bij een vakman.
Bij een lekke band is het belangrijk om direct te stoppen op een veilige plek en de band te inspecteren. Als je een reserveband hebt, kun je deze zelf verwisselen. Zorg ervoor dat je een krik en een wieldop hebt om de moeren te verwijderen. Als je niet zeker weet of je de band zelf kunt verwisselen, bel dan een pechhulpdienst voor assistentie.
Het is aan te raden om je autobanden ongeveer om de 10.000 tot 20.000 kilometer te laten balanceren. Dit voorkomt onregelmatige slijtage en zorgt voor een betere wegligging en rijcomfort. Daarnaast is het ook goed om de balans te checken als je nieuwe banden laat monteren of na het uitvoeren van grote werkzaamheden aan je auto.
Winterbanden zijn ontworpen om betere grip en stabiliteit te bieden bij koudere temperaturen en op sneeuw of ijs. Ze hebben een dieper profiel en speciale rubbersamenstellingen die helpen om de frictie met de weg te vergroten. Het is een goede keuze om ze in de wintermaanden te gebruiken voor een veilige rijervaring.
Om zelf de bandenspanning van je autobanden te controleren, heb je een bandenspanningsmeter nodig. Kruid de klep van de band af en druk de meter stevig op het ventiel. De meter zal de druk aangeven. Vergelijk deze waarde met de aanbevolen spanning, die meestal te vinden is in de deurstijl of het instructieboekje van de auto. Het is het beste om dit te doen wanneer de banden koud zijn voor de meest nauwkeurige meting.