Zomerbanden zijn ontworpen voor warme en droge omstandigheden, terwijl winterbanden speciaal zijn gemaakt voor kouder weer, met meer grip op sneeuw en ijs. Winterbanden hebben een zachtere rubbercompound en een ander profiel dat helpt bij het afvoeren van sneeuw en water, wat de grip verbetert.
Een band is versleten als het profiel minder dan 1,6 mm diep is. Een eenvoudige manier om dit te controleren, is door een muntje in het profiel te steken; als je de kop van de munt niet kunt zien, zijn de banden nog goed. Let ook op onregelmatige slijtage, wat kan duiden op verkeerde uitlijning of balans.
Grotere velgen kunnen het uiterlijk van je auto verbeteren en de handling kunnen optimaliseren, vooral op sportieve voertuigen. Ze bieden ook de mogelijkheid om bredere banden te monteren, wat de grip kan verhogen. Houd er echter rekening mee dat ze ook zwaarder kunnen zijn en de rijervaring kunnen beïnvloeden.
Het is aan te raden om je banden minstens één keer per maand te controleren. Kijk naar de bandenspanning, het profiel en op eventuele beschadigingen. Dit helpt om de levensduur van je banden te verlengen en zorgt voor een veilige rit.
Bij het opbergen van seizoensgebonden banden is het belangrijk deze op een koele, droge plaats te bewaren, uit de zon. Plaats ze indien mogelijk rechtop om vervorming te voorkomen. Als je ze stapelt, zorg ervoor dat de banden niet te zwaar op elkaar liggen en draai ze regelmatig om slijtage te voorkomen.